En opeens was het stil.
Niet dat er geen geluid meer te horen was, integendeel. De auto's reden nog, de vogeltjes waren druk in de weer en de kinderen in de straat hadden het hoogste woord. Nee, het was een andere stilte, eentje die de voorheen continu aanwezige brom deed verstommen. Een ongekende stilte die wat raar aanvoelde. Er leek iets te missen.
Zelfs in de aangename stilte klonk het verleden door. Het lawaai was er niet meer maar de echo gonsde nog na. Wat was het ook weer, er was iets geweest, iets heel normaals dat nu pas opviel omdat het stil was. Iets, iets...
Eindelijk drong het door, de continue stroom propaganda en reclame was opgedroogd. Geen schreeuwende en flitsende beelden, geen inhoudsloze soundbites en ook geen gemaakte moraliteit meer. Nee, het was stil geworden. Zo stil dat zelfs aan de ontstane stilte geen aandacht werd besteed. Zonder praatprogramma's met telkens dezelfde astroturfende koppen die het hele verhaal wel eventjes duiden was het stil. Aangenaam maar ook onwerkelijk.
De onwerkelijkheid drong pas echt door toen duidelijk werd dat de leiding weg was. Dat het er nu toch echt op aankwam om het allemaal zelf te doen. In plaats van een sturende brom werd het tijd voor eigen inschatting en eigen leiding. Vreemd en toch ook wel een beetje angstaanjagend kwamen de eerste dillemma's al snel. Zijn anderen nou echt zo eng als er geen steun is van een grote groep voor dat idee? Zou samen leven niet prettiger zijn als je er alleen voor staat?
Zo maar van die vragen die opeens op konden komen toen de stilte inviel. Zonder monotone brom van een zogenaamde sturende meerderheid en de verleidelijke uitingen die enkel aanzetten tot consumptie was het stil. Zo stil dat er vanuit het niets opeens ruimte ontstond om wakker te worden in de eigen wereld. Een wereld die slechts een vorm kon krijgen door een eigen en unieke invulling.
Wat aarzelend en onzeker werden de eerste schreden gezet op het stille pad. Zonder de voorheen zo vertrouwde denderende beat leek het wat lastig om een eigen ritme te vinden dat paste bij de nieuwe wereld. Maar allengs ging het beter en werd het makkelijker om te vertrouwen op het eigen inzicht. Onzekerheid maakte plaats voor vertrouwen in het eigen vermogen om er wat moois van te maken en onontdekte creativiteit kwam in de plaats van zwart-wit mantra's.
De stem waarmee vanaf toen gezongen werd kwam van binnen. Vele malen zachter en zuiverder dan de machinale brom die voorheen zo'n lawaai maakte. Uniek en daarmee zo krachtig dat de afgedraaide en krakende robotstem van miljoenen op een plein erbij in het niet valt. Deze stem, deze unieke stem, werd de stem die geen papiertje nodig had waar iets als vrijheid van meningsuiting op geschreven was.
Deze stem zingt, ook nu nog, ondanks wettelijk gebral op papier.