Met de recente ontwikkelingen in het toneelspel dat haar laatste hoogte- danwel dieptepunt kent met de ellende rond Charlie Hebdo lijkt de polariserende motor weer op volle toeren te draaien. Niet alleen wordt u in het gezicht geslagen met allerlei vermeende feiten, ook heeft u te maken met de fascistische laars van de burgerzombie. Propagandatochten vermomd als steunbetuigingen aan iets dat vrijheid wordt genoemd en borden met daarop een wel heel eufemistische vertaling van we zijn een beetje dom, je suis Charlie.
Ik kan mij nog herinneren dat de eerste uitzending van goede tijden slechte tijden haar opwachting maakte op de nederlandse TV. Een nieuw en fris concept dat uiteindelijk een bestaansrecht bleek te hebben. Na één seizoen begonnen de aftakelingsverschijnselen reeds en het laatste niveau is te triest voor enig werkende hersencel. Slechts de nostalgische gedachte houdt het overeind, iets dat ook te zien is bij concerten van bijna vergeten rockbands. De eerdere vervoering slaat om in bijna misplaatst medelijden en er klinkt intern een gesmoorde roep: stop alsjeblieft, maak geen karikatuur van jezelf.
Het nostalgische beeld van een verzorgingsstaat bevindt zich ook in zo'n deplorabele staat. Het is het niet meer en alsjeblieft: stop. Was het slechts de verzorgingsstaat dan ging het nog maar ook alle gepropageerde waarden als vrijheid, zekerheid, vrede en democratie zijn het afvoerputje nabij. Slechts nostalgische gevoelens en cognitieve dissonantie houden de oogkleppen op hun plaats waardoor de schijn hoogtij viert.
En juist op dit moment wordt de schijn uitgespeeld. In goedkope kasteelromannetjes, slechte krimi's en soaps worden zaken er zo dik bovenop gelegd dat de clou niet te missen valt. Een verhaal dat zonder nadenken te volgen is. Zonder vernieuwende spanning verliest het alle glans en resteert slechts eindeloze herhaling van een uitgeblust concept. Herhaling als concept is niets meer dan propaganda en er wordt dan ook niet eens meer getracht er wat van te maken. Slechts de nostalgische link moet het doen.
Het is niets meer en dat wordt u in het gezicht gesmeten. Achtergelaten identiteitsbewijzen is een herhalend concept evenals de gemaaktheid van gechoqueerde politici en onderlinge verbondenheid in een georkestreerd evenement. Schijn en een nostalgische hang naar bescherming van een comfortzone die altijd al schijn was. De show is over. Het is dat het publiek nog vraagt om een optreden maar zelfs de spelers weten van gekkigheid niet meer hoe ze er wat leuks van kunnen maken.
Hoe dik moet het er bovenop liggen om niet meer spannend en prikkelend te zijn? Hoeveel mensen moeten er nog sterven? In welke bochten moeten politici zich nog wringen en op welke wijze moet de media daar dan maar weer wat van maken? Het is niets meer, een concept in verregaande staat van ontbinding. Vermoeiend voor de spelers, pijnlijk voor de slachtoffers en slechts ten bate van een apatisch onderuitgezakt publiek dat maar niet verder lijkt te komen dan bis.
Enkele duizenden jaren van iets dat beschaving wordt genoemd heeft geleid tot een publiek. Een apatisch publiek. In plaats van zelf te spelen en daarin mogelijk te ontdekken hoe er samen gespeeld kan worden lijkt het erop dat de rol van toeschouwer beter past. Onderuitgezakt en schijnbaar tevreden met die rol wordt om het hardst geroepen om vermaak. Speel iets, het maakt niet uit wat zolang het maar niet al te moeilijk is. Yeah, yeah, speel!
Oui, nous sommes Charlie. Sukkelaars op weg naar een afgrond.