Een koppeling tussen perceptie en werkelijkheid.
Alle beschrijvingen van Egyptische goden zijn interne mogelijkheden en strijdplatformen in het menselijke brein, alle strubbelingen en tegenstellingen die je in het brein tegenkomt zul je ook ervaren in de werkelijkheid om je heen. Dit niet alleen in figuurlijke zin maar juist zo letterlijk als maar enigszins voor te stellen is.
Het duivelsconcept of slechte goden, demonen zo je wil zijn niet meer of minder dan eigen denkpatronen en daaraan gekoppelde uitvoeringen. Zo zal een angst leiden tot andere daden en kijk op de wereld dan een daad uit een gevoel van verliefdheid.
Door de geschiedenis heen zijn er allerlei geloven geweest waarin er meerdere goden waren, nooit hebben we deze gezien als figuurlijke delen van het menselijk leven en denken, altijd hebben ze de waarde gehad van verafgoding. De opkomst of instantiëring van het monotheïsme heeft deze vroegere wijsheid volledig ondergeschoven en feitelijk teniet gedaan.
De idee welke bestaat in kringen van rozenkruisers en vrijmetselaars, ook in bepaalde vorm in wicca, satanische sekten en voodoo, dat er geteerd zou kunnen worden op energie van anderen om zodoende zelf over meer energie te beschikken, is een illusie op zich. Deze werkt alleen wanneer de slachtoffers er een bepaald geloof aan hechten, een vloek uitgesproken zorgt er dan voor dat het slachtoffer zijn of haar energie hieraan wijdt. Ook het zaaien van angst zorgt ervoor dat er geteerd kan worden op menselijke energie die ten faveure van de angstzaaiers wordt aangewend.
De mentale illusie van ons universum, onszelf, het leven an sich wanneer de hermetische filosofie en de Egyptische overlevering op deze manier wordt beschouwd, brengt ook een mentale werkelijkheid voort die als perceptie dient voor onszelf. Dit levert een gesloten systeem op welke zowel mentaal van oorsprong als ook in mentale perceptie leeft.
Het samen laten vallen van god en de schepper zoals in de bijbel, de koran en de thora gebeurt is niet meer dan een afleiding van de werkelijkheid. Om te scheppen is niets meer nodig dan een gedachte en een universum, de gedachte bepaalt het patroon, de schepper ofwel het gehele universum an sich creëert vanuit dat patroon.
Om dat geheel als wraakzuchtige god te zien terwijl het niets dan goed is dat er geschapen wordt naar wens is de illusie die ons al duizenden jaren gevangen houdt. Het is alsof je iemand die iets voor je maakt het kwalijk neemt dat ie iets verkeerd gemaakt heeft terwijl je zelf de specificaties fout hebt aangeleverd.
Uitgaande van het feit dat er een scheppend universum is, geeft ruimte aan een entiteit daarbinnen die ons leven en onze perceptie daarbinnen geschapen heeft, we leven zijn of haar denkbeeld.
In de bijbel vinden we daar zeer sterke aanwijzingen voor, daar waar het in de eerste verzen van Genesis gaat over het scheppen van de aarde in 7 dagen en 6 nachten door God, wordt bij het leven op aarde niet meer gesproken over God maar over de Heere God. Dit zou per direct tot een scheiding moeten leiden tussen God en de Heere God. God als scheppend universum, de Heere God als leenheer van de koning God, twee entiteiten derhalve. Het woord Heere wordt vanuit de geschiedenis gebruikt als leenheer of dienaar van de koning, iemand die een deel van het bezit van de koning bestiert.
De gelijkstelling van God (het scheppend universum) aan de Heere God (de leenheer) is derhalve een bewuste misvatting die leidt tot verwarring en uiteindelijk tot strijd. Uit de geschriften van de sumeriërs, de egyptenaren, de maya’s, de azteken lijkt iets heel anders zich voor te doen, er zijn meerdere goden, ofwel Heeren Gods, zoals de Annunaki, de Elohim etcetera, allemaal hebben ze de mogelijkheden die aan een Heere God worden toegeschreven en allemaal maken ze gebruik van een kennis van de mogelijkheden van het scheppend universum. Technologisch waarschijnlijk zeer geavanceerd maar op generlei wijze vergelijkbaar met datgene wat we de schepper noemen.
Een begrip van de wijze waarop door priesters deze illusie in stand wordt gehouden maakt een weg naar vrijheid zichtbaar.
Iedere ervaring kan enkel en allen door jezelf worden beleefd, als je pijn hebt ben jij degene die het ervaart, zo ook met honger, dorst, vermoeidheid etcetera. Een ieder die ook maar enigszins meent tussen jou en jouw ervaring te kunnen staan is per definitie een profiteur. Iemand die je wil laten geloven dat de weg naar geluk, wijsheid of iets in die trant enkel door of via hem bereikt kan worden maakt gebruik van een gebrek aan kennis bij je zelf. Het besef dat niemand jouw ervaring heeft maakt dat je enkel en alleen maar beïnvloed kunt worden. Zelf ervaren en zelf denken, wetende en erkennende dat sommige gedachten vanuit beïnvloeding komen maakt de weg vrij naar vrijheid.