Denk eens aan het morsen van gloeiend hete thee over je hand, een vinger tussen een dichtslaande deur of een hamer die op je duim terecht komt in plaats van op de spijker. Een paar woordjes in een zin maken het mogelijk om een fysieke reactie te beleven en iets te voelen dat je niet daadwerkelijk voelt. Taal lijkt hiermee een in- en uitgang tot ons gevoel en kan op meerdere wijzen tot werkelijke onderdrukking leiden.
Wanneer we taal daadwerkelijk als een in-en uitgang tot ons gevoel zouden zien dan valt één ding direct op: in tegenstelling tot het gevoel wat een complete en directe beleving is, is taal sequentieel. Een enkel woord is al een opeenvolging van letters en veelal krijgt taal pas betekenis wanneer letters tot woorden en zinnen worden gevormd. Taal krijgt hiermee een tijdfactor en ook deze kan op meerdere wijzen gebruikt worden om onderdrukking mogelijk te maken.
Om te denken wordt gebruik gemaakt van taal en het is dan ook niet verwonderlijk dat in het denken de factor tijd een hoofdrol speelt, het rechter deel van het brein als klok en lineaire processor waar het linker gedeelte non-lineair slechts het tijdloze moment beleeft. Denken behelst dan ook het geheel van oorzaak en gevolg, volgorde en het bestaan van verleden en toekomst. Enkele denkers zien het denken als hindernis naar de beleving van het moment, het tijdloze zijn, maar onderkennen niet dat denken en daarmee taal uitwisseling en het vormen van nieuwe belevingen mogelijk maakt.
Taal zou gezien kunnen worden als ontleding van het moment en gevoel. Door de beleving op te delen in stukjes door woorden is het mogelijk om een tijdloos moment op seriële wijze over te brengen. Hiervoor is het noodzakelijk dat woorden en zinnen een beeld of gevoel oproepen dat door beide zijden wordt begrepen. Het misverstaan van elkaar is veelal slechts een gevolg van verschillende beelden en gevoelens bij dezelfde woorden.
Om een ervaring uit te wisselen wordt deze opgedeeld, in volgorde gezet en voorzien van de bijpassende woorden en zo als stroom van klanken of letters overgebracht naar de ontvanger. Een lezer of luisteraar kan deze informatiestroom omvormen naar een eigen beeld en daar een gevoel bij krijgen dat in het beste geval enigszins overeenkomt met datgeen de afzender bedoelde. Hierbij zijn vaak meerdere pogingen nodig om uiteindelijk bij de ontvanger het eureka moment te laten ontstaan, het moment waarop in één ogenblik duidelijk is wat de afzender bedoelde. Een doorvoelde vorm van begrip.
Zou het slechts om het delen van een gevoel gaan dan kan het denken en het proces van ontleden en vormen van een beeld nog niet zoveel kwaad. Echter, een beetje handige schrijver of prater die bekend is met de werking van de koppeling van emoties aan het denkproces heeft hiermee een geweldig stuk gereedschap in handen om medemensen beelden en emoties te laten beleven die uiteindelijk tot handelen leiden. Dat het beoogde handelen dan de handige prater of schrijver ten goede komt mag geen verrassing heten.
Of het nu gaat om het aanpraten van angstgevoelens of het onnodig complex maken van zaken waardoor het onmogelijk wordt om er een sluitend beeld bij te vormen, in alle gevallen waarin de communicatie doelbewust ingezet wordt om mensen te laten handelen vanuit emoties vindt er een vorm van onderdrukking en dwang plaats. Reclame is de meest zichtbare vorm waarin deze onderdrukking plaats vindt en is geënt op datgene waarop vrijwel iedere vorm van onderdrukking geënt is, je bent niet goed genoeg. Het schetsen van een beeld waarin je eigen kracht en schoonheid niet voldoende zou zijn is niet meer dan de creatie van een gevoel van minderwaardigheid. Natuurlijk lijkt dat eenvoudig op te lossen door de aanschaf van één of ander artikeltje maar de idee dat je niet goed genoeg bent blijft en daarmee bent u rijp voor de volgende ronde aanschaf van overbodige producten.
Door het denken in taal en de daarin opgesloten opeenvolging is het ook mogelijk om toekomst- en geschiedenisbeelden te beleven als ware het de beleving op dat moment. Nu is het vrij onschuldig om iemand zich voor te laten stellen hoe het leven er een tijd geleden uitzag, het wordt wat anders om iemand zich voor te laten stellen dat ie binnenkort sterft aan een vreselijke ziekte, een oorlog of een onleefbare planeet. Dit laatste vinden we terug in de staatsreclame schuine streep propaganda betreffende enge griepvirussen, terroristen en het zee-oh-twee verhaaltje van Al Gore. Een hoop blabla waarin taal en beelden gebruikt worden om het denkproces in oorzaak en gevolg te zetten teneinde tot een beeld bij de burger te komen dat ineens als een kloppend beeld ervaren wordt, eureka! het gevoel is geraakt en een anker gezet.
Zodra het emotioneel verankerd wordt is het geen rationeel gebeuren meer maar een gevoelskwestie geworden waar maar weinig kruid tegen gewassen is. Waar of niet waar lijkt niet meer belangrijk, het gevoel dat het oproept is leidend en vanaf dat moment wordt menige ratio bestreden vanuit de onderbuik. Het is dan ook volledig zinloos om een dusdanig gevormd beeld te bestrijden, de enige mogelijkheid is het opbouwen van een nieuw perspectief dat als beeld emotioneel verankerd wordt en vanuit dat perspectief kunnen voorgaande beelden mogelijk veranderd worden of verdwijnen. Ratio wint het niet van gevoel tenzij de ratio een nieuw sluitend gevoel of emotioneel beeld weet op te wekken.
Taal, of het nu gesproken, geschreven of door beelden wordt voortgebracht, biedt de mogelijkheid om het publiek zich een opeenvolging van zaken voor te laten stellen die oorzaak aan gevolg verbinden, een sequentie die al dan niet leidt tot een eenduidig rationeel oordeel: het klopt of het klopt niet. Lijkt het te kloppen dan wordt een emotioneel anker gezet en ervaren als doorvoeld begrip, er hoeft in het vervolg niet meer over nagedacht te worden want het gevoel zegt genoeg.
Indien er geen kloppend verhaal van gemaakt kan worden ontstaat enige verwarring wanneer ervaren wordt dat de brenger van het verhaal er schijnbaar wel een kloppend beeld bij heeft. Vooralsnog is de toegang tot emotionele ankering versperd maar er ligt twijfel bij het eigen oordeel. Worden nu argumenten gebracht die intellectueel te hoog gegrepen of onnodig complex zijn dan bestaat de mogelijkheid dat de stelling alsnog emotionele ankering bereikt omdat er rationeel nu eenmaal een keuze gemaakt moet worden, het klopt of het klopt niet. Hier is een reden te vinden waarom velen zeer terughoudend zijn als het gaat om verhalen - al dan niet in beelden - aan te horen of te willen zien die controversieel lijken, het vraagt namelijk om een keuze te maken die mogelijk de emotionele toestand door elkaar schudt.
Deze emotionele toestand zou je kunnen zien als automatische piloot, de wijze waarop zonder nadenken en slechts op gevoel zaken bekeken en afgehandeld worden. In wat alternatieve kringen wordt hiermee weleens het zombie-gedrag van het kuddedier aangeduid wanneer ook nieuwe informatie bijna klakkeloos overgenomen wordt en emotionele ankering vindt. Het daadwerkelijk denken om tot een eigen oordeel komen wordt overgeslagen doordat de bron betrouwbaar geacht wordt en het verhaal aansluiting vindt bij eerdere ankeringen.
De automatische piloot ofwel het samenstel van emotionele ankeringen maakt mensen stuurbaar als waren het apparaten wanneer de ankeringen bekend of zelf geplaatst zijn. Een niet te onderschatten deel van het plaatsen van ankeringen is het tegenwoordige gebruik van middelen die de mogelijkheid tot rationeel denken beïnvloeden zoals afleidende beelden, geluid en mogelijk electromagnetische beïnvloeding van het brein. Zolang het mogelijk blijft om oorzaak en gevolg tot een kloppend beeld en daarmee ankering bij het publiek te krijgen zonder dat het mogelijk is om er echt even over te denken werkt het. Denk aan one-liners, korte paar seconden flitsen opgevolgd door een volgende niet-gerelateerde flits et cetera, er wordt geen tijd gelaten er over te denken en de veelvuldige herhaling maakt dat uiteindelijk de blokkade naar emotionele ankering geslecht wordt.
De taal van de onderbuik, het gevoel dat spreekt, was ooit een onbedorven moreel kompas dat reeds inhoud had bij de geboorte. Kleine kinderen en ook dieren voelen situaties soms feilloos aan en handelen instinctief juist zonder ooit een vergelijkbare situatie meegemaakt te hebben. Een onbekende intelligentie welke in onze maatschappij verdrongen wordt door gefabriceerde emotionele ankeringen die met dezelfde kracht spreken als de originele instincten. Dit alles mede mogelijk gemaakt door de taal welke we met elkaar spreken.