Het was een zwoele zomeravond die ik doorbracht met wat kaas, zoutjes en een prachtige wijn. Heerlijk om buiten onder de sterren te zijn en langzaam omarmd te worden door de geest uit de fles wijn. We dansten nog een tijdje met elkaar en uiteindelijk was het wel klaar. Tijd om te gaan slapen.
Ik sliep al een paar uurtjes tot ik plots wakker werd. Er was iets. Geen idee wat maar het leek wel of er iets moest. Plassen? Nee, dat was het niet. Ik had geen idee maar ik kon niet meer blijven liggen. Ik moest mijn bed uit.
Ja, en nu dan? Ik stond naast mijn bed, ik wilde graag slapen maar iets trok me er vandaan. De geest uit de fles? Nah, zoveel was er ook weer niet in gegaan. Vooruit, een sanitaire stop dan maar. Het luchtte op maar de onrust verdween niet. Er moest iets.
Ik liep naar buiten en voelde het zachte briesje langs me heen waaien. Het beroerde mijn huid en leek te zingen in mijn oor. Het leek wel of ik heel zachtjes een stem hoorde zingen. Specula spectri. Specula spectri. Ik herkende het uit een liedje van E Nomine, Spiegelbeelden.
Wat is dat nu weer? Uit mijn slaap getrokken om in de spiegel te gaan kijken? Sjeez, als je nog eens wat weet.
Ik liep naar de badkamer en deed het licht aan. Met samengeknepen ogen keek ik naar de spiegel en langzaam gingen mijn ogen wat verder open. Ik zag de spiegel en mezelf ervoor staan. Niets bijzonders, moest ik hiervoor mijn bed uit gaan?
Specula spectri klonk er in mijn hoofd. Ik keek nog eens goed maar zag niets anders. Miste ik wat? Wat zou er nog meer te zien zijn? Ik wilde weer naar bed gaan maar het spiegelbeeld trok me aan.
Opeens zag ik wat er te zien was. Ik zag mezelf staan. Niet mijn spiegelbeeld maar het beeld in de spiegel. Ik zag mezelf zoals ik mezelf nog nooit gezien had. Ik zag mezelf leven, ik zag wat ik was en keek naar mezelf. Wow, dwars door het beeld zag ik de essentie leven. Ik. Ik zoals ik werkelijk was. Echt. Levend. Compleet.
Langzaam verdween het beeld en stond ik een beetje overweldigd voor de spiegel te staan. Wat was dat nou weer geweest? Ik voelde de sensatie nog door mijn lijf gieren, dit was zo echt en compleet geweest dat alles meeleefde. Een hoogtepunt dat alle orgasmes bij elkaar nog doet verbleken.
Maar het was nog niet gedaan. Ik merkte dat ik ergens naar toe moest, dat ik op reis zou gaan. Euuh, wat dacht je van naar bed en een droomreisje maken? Het leek op één of andere manier niet de bedoeling te zijn. Mijn blik werd getrokken door het dressoir. Ik liep er naar toe en pakte gedachteloos mijn paspoort uit een laatje.
Geen idee waarom maar ik had mijn paspoort in de hand. Handig voor die droomreis. Naar bed dan maar? Ik was nogal moe en dat met die spiegel had er best ingehakt.
Specula spectri klonk het weer in mijn hoofd. Ho ho, dat spiegelbeeld hebben we al gehad. Talenkennis aan het eind van mijn latijn na wat wijn? Specula is dat niet iets met bril en spectri iets met spoken? Spiegelingen? Reflecties?
Ik kon er geen chocola van maken. Een paspoort in de hand, een bril en spoken? Maar eens kijken naar dat paspoort dan. Wat papier, wat letters, een paar gaatjes en een foto. Niets bijzonders eigenlijk.
Oooooohhhhh..... het is ook niets bijzonders! Ik zag duidelijk wat het was. Wat papier, wat letters, een paar gaatjes en een foto. Iets heel anders dan die levende ik die ik in de spiegel zag. Die leefde, die was echt. Maar dit, dit leefde niet, dit was maar papier. Wat het ook was, ik was het niet.
Ik ging er maar even bij zitten. Best aardig allemaal maar ik was moe en had hier helemaal geen zin. Eigenlijk wilde ik naar bed maar iets hield me tegen. Specula spectri hoorde ik weer klinken. Bril? Spoken?
Ik werd erg onrustig, ik zocht een vestje op en liep naar buiten. Wat was dit allemaal?
Opeens verkrampte ik, het hele lichaam dook in elkaar en ik viel op het gras. Liggend op het gras voelde ik dat ik helemaal uit elkaar werd getrokken. Iets trok me overeind en iets hield me op de grond. Wow dat deed pijn.
En het werd maar erger, er moest iets gebeuren voordat ik het uit zou schreeuwen. Maar wat? De pijn overheerste alles. Toen ik merkte dat de pijn niet anders werd als ik me bewoog besloot ik op te staan.
Ik stond op en de pijn was direct weg. Hè? Wat? Een paar seconden gelegen lag ik nog te creperen en nu was er niets meer? Verbaasd keek ik rond en zag de plek waar ik zoëven nog lag.
Er leek nog iets te liggen, een vage schaduw, een silhouet. Het leek op mij. Maar voordat ik mijn gedachten er ook maar om heen kon krijgen zag ik het veranderen in een slang die langzaam weg kronkelde en daarna oploste.
Sodeknetter. Geen idee wat er in die wijn zat maar dit?
Specula spectri klonk het. Zag ik spoken? Was die slang een spook? Had ik een bril op waarmee ik spoken kon zien? En wat zijn spoken dan eigenlijk?
Ik plofte neer in een tuinstoel. Verbaasd en wat verwilderd kneep ik mezelf maar eens in de arm. Droomde ik? Was ik aan het slaapwandelen? Het leek er niet op want ik kon mezelf behoorlijk zeer doen bij het knijpen.
Ik rolde een sigaretje en stak hem op. Pffff, eventjes rust in al deze gekheid. Als ik dan toch niet kan slapen laat er dan in ieder geval wat tijd zijn voor een pauze.
Ik merkte dat de onrust wat uit mijn lijf trok en ook dat ik een beetje over mijn slaap heen was. Het leek al wat lichter te worden en ergens hoorde ik een vroeg vogeltje fluiten. Deze nacht zou snel voorbij zijn.
Toch klonk het nog steeds. Specula spectri.
Oké, schijnbaar kom ik er niet onderuit dus laat het maar gebeuren. Bring it on!
Ik had het nog niet gedacht of in mijn gedachten stond ik alweer voor de spiegel. Ik zag mezelf zoals ik was en hoorde specula. Daarna zag ik mijn paspoort en hoorde spectri. Ik zag mezelf in de tuin staan en hoorde specula. Daarna zag ik dat schaduw/slangdingetje en hoorde spectri.
Opeens drong het tot me door en in een flits zag ik wat er bedoeld werd. Dat was zo diep dat ik eventjes totaal flabbergasted voor me uit zat te kijken. Waar kwam dat in hemelsnaam vandaan?
Specula, mijn ogen, de bril waardoor ik werkelijk kan zien.
Spectri, spookbeelden of ook wel illusies in het brein.
Toen ik werkelijk keek zag ik mezelf levend voor de spiegel staan en was mijn paspoort enkel doods papier met wat letters, gaatjes en een foto.
Maar er was een spookbeeld, een illusie in het brein, die het anders liet zijn. Ik leefde met het idee dat ik een paspoort nodig had om te leven, om er te zijn, om iemand te zijn. Dat idee hield me vast en verhinderde me om op te staan.
Gevangen tussen twee beelden kermde ik van de pijn. Tot ik een keuze maakte en één van de twee liet gaan. Er was geen pijn meer en ik kon zien dat ik een velletje had afgeworpen. Dat velletje bleek de mythologische slang ofwel een illusie te zijn die in het niets verdween omdat ie niets meer had om te bedriegen.
Ik had iets werkelijk(s) gezien maar dat kon er pas zijn als ik de illusie liet gaan. En sjeez, wat was die illusie vasthoudend zeg, die liet me echt niet gaan. Ik was het die expliciet moest kiezen om voor illusie of werkelijkheid te gaan.
Het was weer stil geworden in mijn hoofd. Bevrijd, vermoeid en totaal overweldigd kon ik eindelijk weer naar bed gaan. Maar dat wilde ik niet meer. Ik had lang genoeg geslapen in een spookjeswereld en wilde niets liever dan als wakker en levend mens door deze wereld gaan.
Papier? Handig voor een sanitaire stop.