Ach, wie kent het niet, de midlifecrisis in welke vorm dan ook? Natuurlijk, de jongeren onder ons nog niet maar voor een ieder bij wie wat rimpeltjes de huid sieren of de haardos wat uitdunt is het misschien herkenbaar. Iets... iets.. moet er toch zijn?
In heel oude culturen, nog voor er iets van civilisatie optrad, leefden mensen als zogenaamde jagers en verzamelaars. Één met de natuur en voor onze begrippen redelijk eenvoudig. Ze waren nogal op zichzelf aangewezen en ontwikkelden een noodzakelijke band met de natuur waarin en waardoor ze konden leven. Hun werkelijkheid en communicatie onderling behelsde het begrip van autonoom leven.
Wat later, toen we ons wat settelden verdween de autonomie en werd het gemeenschappelijk belang een bron van communicatie. Er ontstond behoefte aan een gemeenschappelijke leidraad, een vorm van kapstok waaraan de zin van het leven opgehangen kon worden. Als deel van een machine is eigenheid nu eenmaal beperkt en geeft een hoger doel toch wat betekenis aan dat bestaan.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat religies en vormen van leiding ontstonden in die tijd. Zelfredzaamheid was verworden tot onderlinge afhankelijkheid die vroeg om een gemeenschappelijk doel en de bijbehorende weg. De onderlinge communicatie was dan ook steeds meer gericht op het doel en steeds verder weg van onszelf.
Die verwijdering van onszelf zouden we midlifecrisis kunnen noemen. Er is toch iets... ergens... dat ook waarde geeft aan mijn werkelijke eigenheid? Wat ben ik als het niet meer zou zijn dan een vervangbaar tandwieltje in een systeem dat niet om mij lijkt te draaien?
In het oude India bijvoorbeeld werd deze crisis heel serieus genomen en gezien als een deel van de ontwikkeling van de mens tot volle wasdom. Nadat iemand zorg had gedragen voor de opbouw van zijn gezin en zijn maatschappelijke rol had vervuld ging ie het bos in. Hij verbond zich weer met de natuur en ging op zoek naar zichzelf.
Als kluizenaar kon ie dan alle sociale druk en communicatie loslaten om weer in contact te treden met zichzelf en de natuur waarin en waardoor hij leefde. Hij ging terug in de tijd en activeerde de autonome jager en verzamelaar weer in zichzelf. *
Als hij dan enige tijd later weer uit het bos kwam werd hem een vorm van wijsheid toegedicht. Naar wat iemand in het bos had meegemaakt of gezien toen hij de verbinding met zichzelf zocht werd niet gevraagd. Er leefde een vertrouwen dat wat verteld werd in ieders individuele belang was ondanks dat het zelf nog niet ervaren was.
We lijken het wat kwijt te zijn geraakt in ons postmoderne tijdperk om nog werkelijk een betekenis te vinden die aansluit bij onze autonome eigenheid in sociale samenhang. Misschien zouden we beiden moeten ervaren om ook maar iets zinnigs te kunnen zeggen of een richting aan te kunnen wijzen.
Het zou dialectisch misschien tot een synthese kunnen leiden wanneer twee schijnbaar tegengestelde levenswijzen uiteindelijk toch verenigbaar blijken en ons mens-zijn tot grote hoogten kan stuwen zonder enig compromis aan eigen- en samenheid.
De weg naar individuele vrijheid lijkt tegenwoordig ingevuld te worden door het nogal stereotype motorrijbewijs op je veertigste. Maar misschien draagt dat wel een diepe drang in zich naar iets heel natuurlijks in ons bestaan. Iets dat veel ouder is dan we misschien voor mogelijk houden. Iets dat mogelijk altijd wel heeft bestaan.
Hieraan voorbij gaan kan zomaar een conflict in onszelf opleveren wanneer niet kan leven wat toch leeft. En ook al wordt er op allerlei vlakken getracht een invulling te geven, mindfulness en zo, slechts weinig richtingen wijzen naar de radicale breuk met het leven dat we leiden. Er zijn niet zoveel bossen waarin mensen vertoeven en er leeft ook geen begrip of respect voor dat gedeelte van ons leven dat mogelijk heel natuurlijk is.
Als onze samenleving een afspiegeling is van wat er in ons leeft dan lijkt de huidige sociale crisis waarin we leven misschien wel op de midlifecrisis die we in meer of mindere mate in onszelf ervaren. Misschien kunnen onze rimpels en haardos een teken zijn om te ontdekken waar we vandaan komen en daarmee een eeuwenoude wijsheid tot leven te wekken.
Want.. zouden die oudjes echt gek zijn en niet meer passen of... hebben ze misschien iets gezien en gedaan dat werkelijk zin heeft en geeft?
* Als DNA van geslacht op geslacht is doorgegeven en daarmee onze hele historie bevat, zouden we dan misschien door het zogenaamde junk-dna te activeren weer kunnen leven en omgaan met de situatie van autonome jager/verzamelaar? Simpelweg omdat we dat al die tijd al in ons dragen?
Rediscover op 5 oktober 2023Postmoderne midlifecrisis