Creatief zijn, iets maken dat er nog niet is, iets manifesteren dat in de fantasie leeft maar nog niet werkelijk bestaat. Voor velen een heerlijkheid om met muziek, poëzie, schilderkunst en nog meer vormen van expressie iets wezenlijks te maken dat onwezenlijk is. Een gevoel dat haar uiting vindt en gevangen wordt in iets tastbaars, hoorbaars of zichtbaars. Soms lijkt het wel of het tot leven komt wanneer het gevoel dat de artiest in de creatie stopt ervaren wordt door het publiek. Of het nu een schilderij is dat de ontroering van een vergezicht pakt of een muziekstuk dat perfectie in harmonie voelbaar maakt, er wordt iets geraakt wanneer het kunststuk voorbij gaat aan zichzelf en niet meer als kunststuk wordt ervaren. Een beleving die voorbij gaat aan de tastbare creatie. Kunst die tot leven komt.
Naast de kunst zelf zijn er wat zelfbenoemde critici die menen dat er criteria zijn waaraan een kunstwerk of creatie moet voldoen. Het bestaan van het beroep is al even onbegrijpelijk als de onzin die door deze lieden wordt uitgekraamd. Aan elke expressie gaat een gevoel vooraf en wanneer deze niet door de critici gedestilleerd kan worden wordt er teruggegrepen op zogenaamde conventies waaraan een artiest zich zou moeten houden.
Nu zijn er wat levenskunstenaars die het leven zelf als een expressie zien, het leven van mens, plant en dier in een universum van sterren en planeetjes. Mensen die het leven inademen en de achterliggende intentie van het leven kunnen beleven. Niet als criticus maar als expressie zelf. Zodra de mens en haar bestaan kritisch bekeken wordt, wordt zij onderworpen aan menselijke conventies en ligt er acceptatie dan wel afwijzing op de loer. Een tegenstelling tot voornoemde waardering.
Zonder zelf te leven was er geen enkele mogelijkheid om te beleven. Zonder zelf te leven was er geen enkele mogelijkheid om het eigen leven mooi of miserabel te achten door het bestaan van ander leven. Wanneer het dus zo nodig lijkt om de criticus uit te hangen probeer dan eens een voorstelling te maken hoe het eigen leven eruit zou zien als je niet leefde, als je niet kon ervaren. Om ook maar iets te ervaren moet er leven zijn, om jezelf te spiegelen moet een ander bestaan, om van iemand te houden moet hij of zij bestaan en om een ander een klootzak te vinden moet ie ook bestaan.
Hoe het dan mogelijk is om ander leven, een leven dat het eigen leven inhoud geeft en nota bene eenzelfde expressie is als jezelf, minder te achten dan het eigen leven is nogal een raadsel behalve voor de critici en zij die de mening van de critici van belang achten. De critici pakken hun zelfverzonnen of eenvoudigweg aangenomen leidraden, boekjes en vooronderstellingen er wel eventjes bij en weten feilloos te vertellen wat er niet of juist wel goed is. Een oordeel gebaseerd op vermeend inzicht en intelligentie.
Wie ooit de televisie eens aangezet heeft en een eerste ronde van één of ander laat-jezelf-beoordelen-voice-of-weet-ik-veel-ranking-the-x-factor programma gezien heeft kan misschien ontdekken dat de critici gevoed worden door hen die graag beoordeeld worden. 't is niet de eigen expressie die door de artiest gewaardeerd wordt maar de waardering die in het gehoopte gunstige oordeel ligt. Valse expressie, een valse noot en helaas slechts namaak door andermans werk ten gehore te brengen. Niet de waardering voor de emotie in het originele werk telt maar enkel de beoordeling ter meerdere eer en glorie van zichzelf. Eigenwaarde die simpelweg opgehangen wordt aan het oordeel van anderen.
Ook de blik op de medemens vindt veelal niet zijn oorsprong in waardering voor de expressie die een ander is maar in de mate waarin hij of zij bijdraagt aan de bevestiging van het eigen beeld. Vele gelovigen zouden hun heilige schepper tot op het bot moeten haten voor het laten bestaan van expressies die niet voldoen aan het eigen en veelal aangenomen ideaalbeeld. Echter, in plaats van een klachtenbriefje naar de schepper te sturen hakken ze liever de hoofden af van diegenen die in hun optiek niet hadden mogen bestaan. Een foutje van de schepper dat op die manier wel even rechtgezet wordt. Gewoon door zelf maar even te beoordelen of de almachtige en feilloze het wel zo bedoeld had is er een mogelijkheid gevonden om deze te dienen.
"Hoe durf je kritisch te zijn op ons geloof?" versus "Hoe kun je kritisch zijn op een onfeilbare schepper?"
Het leven zou samen met alle afzonderlijke levende organismen te zien kunnen zijn als een expressie. Een samenhangend geheel dat beleving mogelijk maakt. Of het nu gemaakt is door een god of het simpelweg in één of andere virtuele realiteit beleefd wordt doet er niet zoveel toe. Het simpele feit dat de expressie er is zou tot wat waardering en eerbied voor die expressie kunnen leiden, het maakt het tenslotte mogelijk om zelf wat te beleven. Iedere expressie die tegen een levende expressie als zichzelf gericht is ontkent daarmee ook de waarde van de eigen expressie die door velen "ik" genoemd wordt.
De critici van het leven, zij die graag een oordeel vellen over hoe of wat een ander zou moeten zijn, en zij die hun leven niet zelf waarderen maar het oordeel van een ander nodig denken te hebben, hebben wellicht het hoofd al in de strop gehangen. Dood zonder het leven gekend te hebben.