De natuurwetten zijn mijn ingang geweest, een blokkade die ik op jongere leeftijd ervoer wanneer ik sommige natuurwetenschappelijke informatie tot mij moest nemen heeft mij uiteindelijk op een pad gezet. Niet dat ik het niet begreep of kon begrijpen maar er was een vorm van grote onrust in mij bij het me eigen maken van deze informatie uit onze standaard educatie.
Wel was ik zeer geïnteresseerd in de natuurkunde, vooral elementaire fysica. Dat heeft geleid tot een uitgebreide studie van het standaard model, Einsteins relativiteit, quantum mechanica en stringtheorie.
Waar de huidige wetenschap zo ongeveer stopt bij quantum probability en het quantum observer-effect uit een bepaalde angst om de objectiviteit te verliezen waren enkel deze “problemen” voor mij voldoende om een verband te leggen tussen mind en matter.
Niet zomaar, ik zag de fractal in het geheel van de natuur, een functie die huidige en voorgaande status nodig heeft om tot een volgende stap te komen, een volledig autonome functie, een concept draaiend tot in de eeuwigheid.
Een roos werd daardoor een concept, we kunnen een roos op ieder moment waarnemen maar het is slechts een deel van het concept roos dat vanuit een zaadje tot groei en bloei komt, doodgaat en weer uit een zaadje tevoorschijn komt, morgen nemen we echt een andere status waar.
Zo werd alles een concept, een autonome functie onderhevig aan een enkele wet, of het nu atomen, protonen, stenen, planeten of mensen waren, alles was een concept dat op enige wijze gefaciliteerd moest worden.
Wel een enigszins dood verhaal, waar was de verandering die de functies van de concepten kon veranderen teneinde wat leven in de brouwerij te brengen en mogelijk evolutie kon bewerkstelligen?
Dat wat we in de huidige wetenschap quantum probabilty noemen was de trigger, schijnbaar volledig random fluctuaties in het kwantumveld. Dit effect verbonden met het observer-effect – de invloed van degene die meet op het proces – maakte het voor mij duidelijk dat een iemand die bewust bezig is met het proces een invloed heeft op de tot dan toe random fluctuaties. Waarschijnlijk had Einstein dat gedeelte goed: “God dobbelt niet” en zijn de fluctuaties uitkomsten van bewuste processen.
Er was een cirkelje rond geworden, er kwam een verbinding tussen fysieke waarneming en perceptie, sterker nog hierdoor werd een andere fysieke waarneming mogelijk op basis van voorgaande perceptie. Dit kan enkel door een algehele verbondenheid plaats vinden, zowel denken als fysieke deeltjes hebben dan een gemeenschappelijke basis en communicatie met deze basis.
Het denken als deel van de creatie van fysieke deeltjes was geboren. De vraag of fysieke deeltjes niet meer zijn dan perceptie van het fysieke karakter ervan ligt dan voor de hand en dit is de basis van de hermetische filosofie.
Het begrip en de mogelijkheid om het mij voor te stellen alleen echter was voor mij bij lange na niet voldoende, twee vragen bleven over: hoe en waarom?
Het hoe werd me duidelijk door het besef dat alles een electromagnetische basis heeft, het woord electromagnetisch geeft een dualiteit aan tussen electriciteit en magnetisme, twee zijden van één medaille. Het huidige begrip in standaard wetenschap van electriciteit en magnetisme bevindt zich in mijn ogen op een verkeerd pad, “we” weten wat electriciteit en magnetisme doen, we weten echter niet wat het is.
Ik zie de zee van licht als een zee van magnetisme, het al met daarin vervat alle mogelijke frequenties van het licht, een witte zee.
De creatie van een element is een scheiding van deze zee naar een deel ervan, een electrisch effect. Dit vind je terug in het zgn. electromagnetisch spectrum van een element, het is een deel van het geheel, het is niet wit maar beslaat slechts een deel ervan.
Metaforisch zie ik deze scheiding uitgedrukt in de heilige boeken als de scheiding tussen hemel en aarde, de aarde als element, als deel van het geheel.
Ieder element wordt dan gefaciliteerd door het geheel en in stand gehouden door een constante uitwisseling met het geheel. Het geheel is dan gever en ontvanger van informatie, Carl Jung’s collectieve onderbewustzijn krijgt dan ook direct een plaats. Omnipotentie, omnipresence en omniscience zijn dan helder.
Ik zou zelfs het proces kunnen beschrijven, het proces van gebalanceerde uitwisseling tussen electriciteit en magnetisme dat voorgaande mogelijk maakt op het gevaar af heiligschenner te zijn voor zowel de wetenschap als geloof.
Voor mij hoeft het echter geen heiligschennis te zijn, een kleine verandering in het wetenschappelijk paradigma maakt concepten als God, het Al en meer toegankelijk voor de wetenschap en wordt geloof, de beïnvloeding door denken – bidden zo je wil – deel van onze realiteit.
Waarom het zo is en met welk doel kunnen we dan gerust over laten aan de facilitator van het geheel, dat ligt buiten ons, of.. voor zover we slects een deel van het geheel zijn kunnen we slechts een gedeelte bevatten. Toegang tot informatie in het geheel, de Akashic records lijkt dan wel weer mogelijk.
Vooralsog is het enkel mijn beeld, mijn illusie, een voor mij logisch beeld dat na jaren zoeken puntjes verbindt, ik wou het toch eens delen.