Graag spreken we over rechten omdat plichten als iets lastiger worden ervaren. Rechten lijken veel eenvoudiger dan plichten en schijnen de mogelijkheid te bieden iets te krijgen of iets te garanderen. Het recht op zelfbeschikking, het recht op vrijheid van meningsuiting, het recht op bezit, en nog wat meer rechten lijken een vorm van zekerheid te bieden maar blijken uiteindelijk niets meer dan holle frasen te zijn.
Dat wat als recht gegarandeerd wordt is slechts gegarandeerd behoudens uitzonderingen bepaald per wet en kan derhalve per direct opzij worden gezet. In een nog wat sterker geval, het geval van oorlogsstatus, wordt direct militair recht van toepassing wat een nog verdere uitholling van datgene dat als gegarandeerd wordt gezien inhoudt. Het niet opvolgen van een order kan leiden tot onmiddellijke executie, het enig overgebleven recht is derhalve sterven of gehoorzamen. Recht heeft hiermee een grappige eigenschap, hoe meer recht er wordt opgeëist, des te minder recht blijft er over voor anderen. In een ideaal geval zouden er geen rechten worden opgeëist en dat biedt dan de meeste rechten aan ieder ander.
Recht is hiermee een verdeelspelletje en daarmee beperkend. Het recht van de één houdt een plicht voor de ander in, het recht van de sterkste wordt de plicht van de zwakste. Ondanks dat er iets bestaat als gelijke rechten bestaat er geen gelijke toegang tot bijvoorbeeld geld, grondstoffen of fysieke krachten en dat maakt opeisbaarheid van gelijke rechten een versterkende factor voor reeds bestaande verschillen.
Jarenlange studies worden gewijd aan recht en een ideaal van een rechtvaardige samenleving op basis van gelijkwaardigheid wordt veelal als hoogste goed gezien. Een hypocriete doelstelling wanneer ingezien kan worden dat rechtvaardig een tegenhanger is van gelijkwaardig. Recht vergroot op verdelende wijze de verschillen en verkleint de gezochte gelijkwaardigheid. Een artikel 1 van de grondwet die een ieder gelijk maakt ‘voor de wet’ doet daar dan ook helemaal niets aan af.
Geen rechten, wat blijft er dan over? Soevereiniteit, de ultieme vorm van gelijkwaardigheid waarin niemand iets of iemand anders boven zich hoeft te dulden, ook geen opeisbare rechten van een ander. Een anarchistische chaos in de maak zo lijkt het want zonder regels om je aan te houden en om je te beschermen, het recht op leven en vrijheid te garanderen, kan er toch geen leven bestaan dat niet uitmondt in totale willekeur en het ultieme recht van de sterkste? Misschien, maar een kleine blik op datgene dat ons laat bestaan laat zien dat het elkaar laten bestaan juist het enige is dat gekoesterd hoeft te worden.
Wanneer we daadwerkelijk gelijkwaardig zouden bestaan dan hebben we daar wellicht een plicht te pakken, het elkaar en de gelijkwaardigheid laten (voort)bestaan. In een repressieve maatschappij als de onze wordt het recht op het uitdelen van straffen aan de één toegekend wanneer de ander zijn (burger)plicht verzaakt. In een maatschappij waar zowel de zorg voor het bestaan als gelijkwaardigheid een hoofdzaak is, is niet datgene dat niet gebeurt (en de repressie, het laten ontstaan van ongelijkwaardigheid) een factor van levensbelang maar juist datgene dat wél gebeurt. Wat wel gebeurt kan enkel gewaardeerd worden, het verzaken van een plicht levert geen bijdrage en zal dan ook niet gewaardeerd worden. Wanneer dan op zou vallen dat je enkel kan bestaan door de waardering die je oogst dan wordt het eigen bestaan afhankelijk van datgene dat bijgedragen wordt aan het bestaan van anderen inclusief jezelf.
Dit klinkt wellicht zeer collectivistisch en dat is het ook, dit principe geldt zelfs wanneer je alleen op deze aardkloot rond zou lopen. In je eentje ben je ook afhankelijk van je eigen bijdrage aan je bestaan. Het spel is snel afgelopen wanneer je in je eentje denkt minder te moeten bijdragen dan noodzakelijk is om jezelf te laten bestaan. Wanneer dit voor jezelf in je eentje geldt, zou dit dan, wanneer iedereen gelijkwaardig is, niet voor iedereen gelden?
Dit brengt ons misschien bij een punt waarop we onszelf kunnen laten voortbestaan en groeien wanneer we elkaar laten voortbestaan en groeien. Een afhankelijkheid die puur sec soms beperkend lijkt maar ook voordelen biedt. In realiteit is de maatschappij met haar individuele behoeftes en wensen zover gegroeid dat afhankelijkheid van elkaar niet meer te negeren is. Waar in vroeger tijden autonome jagers en verzamelaars nog solitair konden leven, geldt dit voor een groot gedeelte van onze mensheid niet meer en zijn we afhankelijk van elkaars vaardigheden en expertises voor het leven dat we leiden.
Een morele keuze, een rechtvaardige of een gelijkwaardige samenleving. In een rechtvaardige samenleving is het afdwingbare recht op het leven dat je leidt leidend, in een gelijkwaardige samenleving de plicht om dat door en voor elkaar mogelijk te maken. In een rechtvaardige samenleving is het daarmee voorstelbaar dat iets enkel aan één persoon ter beschikking komt, in een gelijkwaardige samenleving wordt dit een reële mogelijkheid voor iedereen. Een rechtvaardige samenleving laat verschil in welvaart en welzijn toe, een gelijkwaardige samenleving niet bij even grote participatie.
Hoe rechtvaardig wil je het hebben?