Uit de Dikke van Dale:
vrij·heid de; v -heden 1 het vrij-zijn; onafhankelijkheid 2 daad die de gewone grenzen overschrijdt: zich -heden veroorloven
on·af·han·ke·lijk·heid de; v vrijheid, zelfstandigheid
Vrijheid en onafhankelijkheid, twee begrippen die graag gepropageerd worden door ons instituut als basiswaarden voor iedereen. Graag doet men ons geloven dat we vrij en onafhankelijk zijn, een illusie die nog eens versterkt wordt door het hebben van een stem in het geheel.
Vrijheid lijkt een begrip dat vaak niet zo heel goed begrepen wordt. Veelal meer een gevoel dan daadwerkelijke inhoud, een onderbuikgevoel dat continu versterkt wordt door propaganda voor vrijheid.
U heeft een stem….
U heeft de vrijheid om…
Uw vrijheid is gewaarborgd…
Over welke vrijheid hebben we het eigenlijk? Blijkbaar hebben we bij onze geboorte allemaal vrijheden gekregen die ons een heel scala aan mogelijkheden bieden en ze worden ook nog eens gewaarborgd door een instituut, een schijnbaar prachtig geheel.
Het lange verhaal zou heel kort gemaakt kunnen worden door er van uit te gaan dat er niets te krijgen valt maar er simpelweg genoten kan worden van mogelijkheden en een besef van onderlinge afhankelijkheid. Dit zou al heel snel een instituut overbodig maken dat het alleenrecht claimt op distributie van vrijheden en die vrijheden aan kan bieden tegen een prijs. Maar voor de fun en de geïndoctrineerde mens toch maar een wat langer verhaaltje.
Vrijheid ontvangen van het instituut, datgene dat je hebt (gekregen) en waar je zuinig op moet zijn omdat je het anders kwijt zou kunnen raken, lijkt een bezitting te zijn die je in bruikleen hebt, wees conformerend en je mag het blijven gebruiken. Wel binnen gestelde regels maar ja, dat hoort bij het waarborgen van die vrijheid anders….. (een vrij in te vullen bedreiging die, hoewel niet reëel, toch als levensechte bedreiging van die vrijheid kan worden opgevat).
Wat is die vrijheid hiermee dan toch verworden? Een kostbaar en breekbaar iets dat vraagt om verzorging en conformisme, iets dat geregeerd wordt door angst om het te verliezen en daarmee een zeer dwingend karakter draagt. Deze vrijheid dwingt tot koesteren, verzorgen, conformeren en een leven in continue angst om die vrijheid te verliezen. Een molensteen om de nek die verkocht wordt als ultieme vorm van leven.
Wanneer vrijheid daadwerkelijk zo teer zou zijn, dan zou de vraag zich op kunnen dringen of het wel zo’n goed idee is om die vrijheid na te streven. Om nu het hele leven in dienst te stellen van een vrijheid die enkel bereikt kan worden door alle vrijheid uit het leven te halen maakt het een ideaal dat misschien niet zo ideaal is. Het streven naar en behouden van die vrijheid legt beperkingen op die misschien niet echt als vrijheid ervaren worden.
Waarom hebben we die vrijheid eigenlijk nodig? Om te kunnen doen wat we willen of om (samen) te kunnen leven? Waarschijnlijk niet, zonder een gegeven vrijheid is het heel goed mogelijk om te leven of om te doen wat je wil. Het vragen aan een instituut om de vrijheid te hebben om te leven of om te doen wat je wil is het opgeven van een reeds bestaande vrijheid, het voegt niets toe, het geeft enkel een vorm van legitimatie aan iets dat zonder dat instituut al kon. Hier maakt een instituut handig gebruik van de onzekerheid die bij mensen bestaat over hun eigen vrijheid, daar waar de mogelijkheid er gewoon is, moet ie nu opeens gelegitimeerd worden en dat betekent niets meer of minder dan het opgeven van reeds bestaande mogelijkheden aan gelegitimeerde vrijheden onder voorwaarden en tegen een prijs. Het opgeven van onafhankelijkheid aan afhankelijkheid en het opgeven van zelfstandigheid aan conformisme.
Waarom trappen we toch met zovelen in die illusie, is het misschien de angst voor iets dat mogelijk zou kunnen gebeuren wanneer we het niet doen? Een angst om vrijheid te verliezen? Iets dat volslagen kolder is natuurlijk want er valt geen vrijheid te winnen door hem op te geven aan een instituut dat er geïnstitutionaliseerde slavernij voor teruggeeft.
Wat zou het ergste zijn dat ons zou overkomen wanneer we het instituut overbodig maken? Dat we middeleeuwse toestanden krijgen waar er mensen zijn die anderen gaan overheersen en als horigen laten werken? Of dat je je leven niet zeker bent? Een kleine blik om ons heen geeft het antwoord, overal ter wereld worden mensen uitgebuit, zelfs kinderen werken 14 uur per dag enkel om te overleven, dat is ademhalen, eten, slapen en werken, niet werken staat gelijk aan sterven door gebrek aan voedsel etc. Dit alles onder het mom van gelegitimeerde vrijheid, corporaties hebben van de instituten de vrijheid verkregen om zo met mensen om te gaan en het leefmilieu te verwoesten.
Deze vorm van vrijheid, de gepropageerde vrijheid, heeft inhoudelijk niets, maar dan ook niets met leven in vrijheid te maken, enkel geeft het legitimatie aan de middeleeuwse toestanden waar we zo ontzettend bang voor zijn. De veel gebezigde drogreden dat we die bedrijven nodig hebben impliceert dat we kinderarbeid, uitbuiting en verwoesting van onze planeet nodig zouden hebben, iets dat liever ontkend dan onderkend wordt.
Nu we derhalve eigenlijk al in het horrorscenario van middeleeuwse toestanden in een modern jasje leven, het scenario waar we bang voor zijn, en waar een mensenleven niet telt anders dan als werkslaaf, wordt het dan niet eens tijd om datgene wat we vrijheid noemen nog eens tegen het licht te houden? Dat het besef van vrijheid een wederkerig proces is waarin je net zoveel vrijheid krijgt als je een ander geeft en gunt zonder dat er een instituut noodzakelijk is dat vrijheden neemt ten behoeve van een illusie van vrijheid?
Vrijheid kan niet bestaan door legitimatie van vrijheden maar enkel door besef van de inhoud van vrijheid, het kan niet bestaan door een gepropageerd gevoel van vrijheid maar slechts door het beleven van vrijheid, niet door het te krijgen maar door het te realiseren. Een onderling besef van mogelijkheden en beperkingen kan misschien de naam vrijheid dragen maar zou het daadwerkelijk nodig zijn om een naam te geven aan een prettig leven waarin je bewust bent van jezelf, elkaar, de omgeving en de onderlinge afhankelijkheden?
Zolang er instituten zijn die leven bij de gratie van het nemen van vrijheden, het woord vrijheid in de mond nemen en het ze lukt het opgeven van vrijheden te verkopen als ultieme vrijheid, lijkt werkelijke en inhoudelijke vrijheid verder weg dan ooit ook al kunnen we schijnbaar stemmen voor vrijheid.
Een partij voor die vrijheid lijkt dan ook geen partij voor werkelijke vrijheid te zijn.