Ooit vertelde mijn brein
Continu tetterend
Wie, of wat ik moest zijn
Wat goed was
En wat anders had moeten zijn
Het was heel overtuigend
Mijn gedachten, mijn ideeën
Dat moest ik wel zijn
Want hoe kon ik ook weten
Dat er meer zou zijn?
Tot het stil werd in mijn brein
Gedachten of ideetjes
Konden er nog wel zijn
Maar ze leken niet meer
Belangrijk te zijn
De stilte leek te spreken
Onhoorbaar
Maar niet mis te verstaan
Toonde zij de volheid van het leven
Dat enkel in het hart kan bestaan
Ongrijpbaar voor het brein
Leven emoties, gevoelens
Dromen en verlangens
In een werkelijkheid
Die van het brein niet mag zijn
We denken te weten
Maar wat weten we dan eigenlijk?
We menen te weten wie we zijn
Maar horen we niet slechts
Ons beperkte brein?
De stilte liet me zien
Wat echt was, wat werkelijk leefde
En hoe doods, nep
Beperkt en hoogmoedig
Mijn ideetjes zijn
Kleiner dan klein
Nederiger kon ik echt niet zijn
Gaf ik me over
En liet mijn doodse brein gaan
Om in het leven te stappen
Ik, mijn idee van ik, mijn ego
Mijn controlfreak, het beest
Stierf als leidende kracht
En ik, die al in het hart leefde
Kwam tot leven
Oordelen verdwenen
Controle maakte net als angst
Plaats voor vertrouwen
Vertrouwen in het leven
Dat alles laat bestaan
De stilte liet me zien
Dat uit liefde voor ieder bestaan
Alles wordt gedaan
Om werkelijk te maken
Wat leeft in ieders hart
Nu heb ik geen controle meer nodig
Nu hoef ik niets meer te dwingen
Nu vertrouw ik erop dat het leven
Me brengt
Waar ik in mijn hart wil zijn
Soms nog wat gehinderd
Door een eigenwijs brein
Dat gewoon doet wat ie doet
Omdat ie enkel
Beperkt kan zijn
Ik laat mijn hart spreken
En luister er naar
Soms stop ik er een verlangen in
En als ik dan de signalen volg
Ben ik wat later ontzettend dankbaar